Wat doet een anesthesist?
Iedereen heeft wel eens gehoord van het woord anesthesie, de meeste mensen denken dan het geven van een verdoving om de patiënt in te verdoven vlak voor het ondergaan van een operatie. Bij de tandarts kennen de meeste mensen wel het gevoel van een verdoving als de tandarts ons verdoofd door middel van een injectie om te zorgen dat we geen pijn voelen als hij of zij een gat moet gaan boren. De verdoving werkt meestal na een paar minuten en het verdoofde gebied is dan inderdaad gevoelloos geworden. Maar hoe gaat een anesthesist in het ziekenhuis te werk?
Wat is anesthesie?
Allereerst leggen we hieronder uit wat anesthesie precies is. Eigenlijk is anesthesie een verzamelnaam van alle soorten verdoving voor operaties. De letterlijke vertaling is gevoelloosheid, maar anesthesie omhelst meer dan alleen puur de verdoving. Het doel van anesthesie is om een patiënt in de best mogelijke conditie te houden tijdens een operatie. Er zijn twee vormen van anesthesie te onderscheiden, de algehele narcose en de (uitgebreide) plaatselijke verdoving. Bij de wat grotere operaties wordt ook wel een combinatie van beide vormen toegepast.
De anesthesist aan het werk
De anesthesioloog bekijkt altijd per individueel geval welke vorm van anesthesie het meest geschikt is voor de patiënt. Verschillende factoren spelen bij deze keuze een rol zoals de leeftijd, de lichamelijke conditie van de te opereren patiënt en het soort en zwaarte van de operatie. Bij een zware operatie wordt meestal door middel van algehele anesthesie het hele lichaam verdoofd. De patiënt raakt dan buiten bewustzijn en zal zich in principe niets van de operatie kunnen herinneren. Bij veel operaties volstaat gedeeltelijke verdoving en hoeft de patiënt niet geheel onder narcose. Bij een knieoperatie wordt bijvoorbeeld door middel van een ruggenprik alleen het onderlichaam of het been waar de knie zich bevindt worden verdoofd. Bij een kijkoperatie kan de patiënt dan zelfs op een scherm de operatie volgen maar uiteraard kan men er ook voor kiezen dat niet te doen.
(484)